De belastingdienst doet er alles aan om de vervanger van de VAR zo goed en duidelijk mogelijk te introduceren. Naast een scala van (model)overeenkomsten is er nu ook een handreiking DBA beschikbaar die partijen behulpzaam moet zijn om te beoordelen of er al dan niet sprake is van een arbeidsrelatie. De beoordeling bevat de vier volgende stappen:
Stap A Beoordelen gezagsverhouding
Stap B Beoordelen persoonlijke verplichting tot het verrichten van arbeid
Stap C Beoordelen verplichting om loon te betalen
Stap D Fictieve dienstbetrekkingen en de gageregeling
Een belangrijk gegeven blijft dat de dagelijkse praktijk moet overeen komen met de inhoud van de overeenkomst. Zorg dat aspecten die een werknemer-/werkgeverrelatie doen vermoeden zich in de praktijk niet voordoen. Een paar voorbeelden daarvan zijn: het verstrekken van gereedschappen/hulpmiddelen/persoonlijke beschermingsmiddelen, doorbetalen als er geen arbeid wordt verricht, deelname aan extraatjes die specifiek voor het eigen personeel zijn bedoeld.
Als er sprake is van een relatie tussen een opdrachtgever en een BV dan kan er in principe geen sprake zijn van een arbeidsrelatie. Dit omdat een arbeidsrelatie altijd iets is tussen een werkgever en een natuurlijk persoon. In zeer uitzonderlijke gevallen kan er toch anders geredeneerd worden als blijkt dat de BV slechts een gekunstelde dekmantel is om niet als werknemer aangemerkt te worden, terwijl de dagelijkse praktijk alles in zich heeft van een reguliere dienstbetrekking.