
Op 8 november heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan. Dit verplicht werkgevers om slapende dienstverbanden te beëindigen. Het gaat dan om beëindiging wegens langdurige ziekte van de werknemer. Veel werkgevers laten dit na. Daarmee omzeilen zij de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding.

Uitspraak
Het niet overgaan tot beëindiging wordt in strijd geacht met goed werkgeverschap. Ook uitstellen totdat de werknemer AOW-gerechtigd is, is niet toegestaan.
Vanaf 1 april 2020 worden werkgevers namelijk gecompenseerd voor de te betalen transitievergoeding. Werkgevers die niet in staat zijn om de transitievergoeding ineens te betalen mogen deze in termijnen betalen, of uit stellen tot 1 april 2020.
Uitzonderingen
Er is een uitzondering op de regel. Het kan zijn dat het dienstverband slapend wordt voortgezet omdat partijen verwachten dat er nog sprake is van re-integratie. In dat geval mag het dienstverband slapend worden voortgezet.
Wat staat ons te wachten?
Juristen en advocaten staan te trappelen om zoveel mogelijk medewerkers te attenderen op deze uitspraak. Het is dus niet onlogisch dat een groot deel van deze slapers alsnog om beëindiging van de dienstbetrekking zal vragen. De compensatie van het UWV beperkt zich tot de wettelijk verschuldigde transitievergoeding na twee jaar ziekte. De werkgever hoeft niet meer te betalen dan het bedrag aan transitievergoeding dat de werknemer op het moment van ontslag na twee jaar ziekte zou krijgen. Over de periode dat er sprake was van een slapend dienstverband hoeft geen transitievergoeding te worden betaald.
Vanaf 1 april 2020 geldt dat de werkgever alleen een aanvraag voor compensatie kan indienen als hij de vergoeding al heeft uitbetaald aan de werknemer. Dit verplicht de werkgevers altijd tot voorfinanciering.